Mathilde over dochter Hanna

Als je dochter van het balkon wil springen.

Het begon met een dag dat ze haar bed niet uit kon komen. ’Rust maar een dagje uit’. Het was ook druk op school, ze werkte erg hard. Maar de vermoeidheid ging niet weg. Met kunst en vliegwerk is ze toch over gegaan naar de volgende klas, maar toen ging het helemaal mis. Eerst naar de huisarts, veel onderzoeken, veel bloedprikken, veel piekeren over mogelijke oorzaken. Maar als de reguliere zorg zegt dat ze niks kunnen vinden zit het tussen de oren: dus ga je naar een psycholoog. 

Terwijl de klachten toenemen, met name de hoofdpijn en vermoeidheid ontwikkelde ik mij tot een ‘tigermum’. Mijn dochter moet weer kunnen functioneren! De neuroloog zei dat zoveel van die ambitieuze VWO-meisjes van die leeftijd hoofpijn hebben en dat we konden terug komen als ze kotsend van de hoofdpijn uit bed zou vallen. ‘Tigermum’ dwong een MRI scan af en daaruit bleek dat er een hersentumor zat. Maar die kon de symptomen niet veroorzaken, dus we hadden er alleen maar een probleem bij.
Na verscheidene keren te zijn weggezet als overbezorgde moeder en omdat er geen enkele verbetering optrad zijn we ook het alternatieve circuit gaan proberen. Vreemde apparaten ‘alleen contant afrekenen’, doen alarmbellen rinkelen, maar je wilt er alles aan doen om je kind zich weer goed te doen voelen.

Ook sociaal werd het moeilijk: vriendinnen haken af, op die leeftijd is het toch gauw ‘uit het oog uit het hart’. Tegelijkertijd leert mijn dochter haar ware vriendinnen kennen, die samen met haar doen wat ze wél kan. Als moeder is het worstelen, schipperen tussen oudste zieke dochter, tweede dochter die ondersneeuwt, werk & leven. Na jaren tobben en een diagnose ‘chronische Lyme’ werd Hanna depressief. We blijven hulp zoeken. Rijndam zegt – na enkele intakegesprekken – dat ze een te zwaar geval is voor hun.

Dat is voor mij een breekpunt. 

We zijn nu 7 jaar verder. Hanna woont nu op zichzelf en leeft door: studie, online webshop en lesgeven op een school. Dat ze er nog is én doorgaat, daar heb ik een grenzeloze bewondering voor! Tegelijkertijd bloedt mijn hart omdat ze nog zoveel pijn heeft en zo vermoeid is. Is er dan geen medicijn? Geen oplossing? Ik zou haar wel op een gezond regime willen zetten. Maar de laatste vakantie die we als gezin doorbrachten heeft mij ook geleerd dat te dicht erop staan niet goed is. 

Ik ga kapot aan het feit dat zij kapot gaat. Teveel symbiose?
We hebben goed contact, denk ik, ook toen ze thuis woonde. Maar je wilt niet altijd alles aan je moeder vertellen. En dat moet
ook niet hoeven. Ik kan niet voelen wat zij voelt en wil niet steeds vragen, dat wordt ook irritant. 

Het gevolg is wel dat het af en toe barstte: bij een wandeling op vakantie, bijvoorbeeld, dat ik zei:’ nee, is maar een stukje lopen’ en dat het toch best ver was en dat Hanna dan huilend zij dat ik niet begreep wat zij voelde. En daar had ze gelijk in.
Het kernwoord is, voor mij, machteloosheid; je wilt het oplossen, maar dat kan niet.

Nu Hanna zelfstandig haar leven leidt faciliteer ik (kosten voor medische hulpstukken) en steun ik (hulp in crisissituaties, afleiding, etc.) Ik hoop een liefdevol vangnet te zijn. De machteloosheid vind ik moeilijk te accepteren, maar dat is de ziekte voor haar ook.
En als ik Hanna’s verhalen lees over gevoel en ervaring schrik ik toch,
terwijl je denkt dat je alles weet, nee, dus. 

Depressie en Lyme zijn niet direct zichtbaar aan de buitenkant, en omdat je niet de hele tijd wilt wroeten is het lastig, welhaast onmogelijk iemand werkelijk te begrijpen. 

Het is ten diepste haar strijd, ik hoop dat ik de wapens af en toe aan mag geven.